INLEIDING

Door deze bladzijden te wijden aan de schilder Kurt Peiser, heb ik het oeuvre van een groot kunstenaar willen illustreren en becommentariëren. De Europese opinie dient de onrechtvaardigheid die hij onderging te leren kennen, en de berusting met dewelke hij verder doet.

Het was niet eerlijk dat het vruchtbare werk van een denker als Peiser langer in de schaduw zou verkommeren.

Bij elke promotie zien we vele kunstenaars linten en nationale onderscheidingen krijgen voor werk dat, in plaats van ons tot eer te strekken, het prestige van onze kunst doet afnemen in de ogen van het buitenland.

Voor Peiser eis ik geen lint, geen decoratie, geen gevlei op; ik vraag dat men niet meer onverschillig blijft bij zijn werk, dat het meest ontroerende is van onze tijd.

Deze studie zal geen eenvoudige autobiografische kritiek zijn, maar wel de analyse van al zijn werken.

In alle pagina's van dit boek heb ik aan het ruwe bestaan van Kurt Peiser willen herinneren. Alleenstaand, heeft hij de moed gehad zijn leven en zijn werk te toetsen aan de verschrikkelijke werkelijkheid en de ongekende tragedies van ons mensdom.

Tegenover al deze fataliteiten heeft hij het meest bewonderenswaardige gebaar gevonden, zijn medelijden was groter dan zijn onverschilligheid. Opstandig, is hij er uiteindelijk in geslaagd alle ontluikende woede die zijn exuberante jeugd verstikte te beheersen. En door zijn wilskracht heeft hij al zijn haat getemd om hem meester te maken van de meest nobele en grootse gevoelens.

Hij deed beter dan kunst maken. Kurt Peiser was niet tevreden met tekenen en schilderen, hij is een moralist geworden, een diepe en eerlijke denker.

Door ons, met zijn beelden, te herinneren aan het labeur van de mensen en de dingen, door ons bloot te stellen aan de ontberingen, de ziekelijkheden en de ondeugden, heeft Kurt Peiser de pijn verheerlijkt, alle pijn en alle lijden. Deze tovenaar heeft de ogen en de geest van ons arme mensdom doen opengaan, waar het puritanisme zich verbergt onder de lompen van leugen, hypocrisie en ondeugd.

En deze kunst opgetrokken uit eerlijkheid en trouw wordt verworpen door de burgerij, die lichtzinnig is en niet vermag er de schoonheid van te vatten.

De onwetende burgerij heeft schrik om thuis morele werken te vertonen, onder voorwendsel dat dit de ingesteldheid of de intelligentie van hun nageslacht aantast. Ze noemen het werk van Kurt Peiser ongezonde kunst. Ze hebben schrik van de waarheid.

Anderen, voor mij, hebben in magazines en in kranten, enkele artikelen gewijd aan het werk van Kurt Peiser. Maar dit was onvolledig. Het was noodzakelijk om de aandacht van alle kunstenaars en van alle intellectuelen te vestigen op de kunst van Kurt Peiser, in een tijd waar het realisme een nieuwe kunstvorm wordt, waar de gedachten een nieuwe vlucht nemen. Zoals ik zei, was het noodzakelijk om het geniale talent van een man en een kunstenaar als Kurt Peiser in het volle licht te stellen.

... volgt de opdracht van zijn boek aan enkele personen ...

R. de B.